Optievoordeel belast zonder 30% regeling

Optievoordeel belast zonder 30% regeling

Het voordeel uit (voorwaardelijke) aandelenopties wordt genoten bij de uitoefening van de opties, en dat is dus het heffingsmoment aldus de Hoge Raad. Als de tewerkstelling in Nederland dan al is geëindigd, is de 30%-regeling niet van toepassing.

Arrest

Een moedervennootschap had in 2009 tot en met 2012 voorwaardelijke aandelenopties toegekend aan werknemers van andere vennootschappen in de groep. Jaarlijks werd 25% van de opties onvoorwaardelijk. De werknemers hadden recht op toepassing van de 30%-regeling. Bij de uitoefening van de opties in september 2013 waren de werknemers echter niet meer in Nederland woonachtig of werkzaam, of was de looptijd van de 30% regeling geëindigd. Bij de berekening van de loonheffing over het optievoordeel was de 30%-regeling niet toegepast. De vraag was of het optievoordeel belast was in Nederland en of de 30%-regeling terecht achterwege was gelaten, aangezien de tewerkstelling van de werknemers bij het concern doorliep na afloop van de uitzendperiode naar Nederland.

Heffingsmoment

De Hoge Raad merkt op dat de waarde van het optierecht op grond van artikel 10a Wet LB niet tot het loon wordt gerekend, maar hetgeen belast is dat bij de uitoefening van het recht wordt genoten. Na het advies van de Advocaat-Generaal (hierna: A-G) oordeelt de Hoge Raad daarom dat Rechtbank Gelderland bij de vaststelling van het heffingsmoment terecht het moment beslissend heeft geacht waarop het voordeel ter zake van de uitoefening van de aandelenopties werd genoten (september 2013).

Géén 30% regeling na einde tewerkstelling

De 30%-regeling is niet van toepassing op het optievoordeel volgens de Hoge Raad, daarbij verwijzend naar de conclusie van de A-G dat de bewijsregel volgens de wettekst eindigt wanneer de tewerkstelling door de inhoudingsplichtige eindigt. Het gaat om de tewerkstelling in Nederland. Op het moment waarop de werknemers de opties uitoefenden, waren zij niet meer werkzaam en woonachtig in Nederland en de uitzendovereenkomst was geëindigd. Het optievoordeel was dus genoten nadat de tewerkstelling in Nederland was geëindigd. Dit leidde er volgens de A-G toe dat de bewijsregel niet (meer) van toepassing was.

 

Neem voor meer informatie gerust contact met mij op via email: danielle.peeters@tax4expats.nl of via telefoon: +31(0)6 41275681.

 

Dit bericht is opgesteld naar de stand van zaken op 26 september 2017